Hoofdstuk 9
Opdracht practicum reactiesnelheid
Werk het gecombineerde practicum 9.1.1+9.1.2+9.1.4 uit volgens de afspraken over het maken van een verslag.
Verwerk in je resultaat de reactievergelijking die optreedt in één van de drie reageeerbuisjes uit 9.1.1 en 9.1.2 (naar keuze, dus). Bereken ook de massaverhouding (theorie 9.3) bij deze reactievergelijking.
Betrek in je conclusie de theorie uit paragraaf 9.1, 9.2 en 9.3.
Inleveren: in .pdf, in SOM, uiterlijk 13 februari 2015, 23:59 uur. Fijne vakantie!
Uitwerkingen oefenopgaven
1. Reactievergelijking: 2Al2O3(l)® 4Al(l) + 3O2(g)
Massa's 204 u 108 u De 108 u is 108 : 204 x 100% = 52,94 %
Hoeveelheid 1907 kg ?¼¼.Het vraagteken is 52,94 % van 1907 kg = 1010 kg.
Of in een verhoudingstabel:
2Al2O3 |
204 u |
1 |
1907 kg |
4Al |
108 u |
… |
1010kg |
2. De reactievergelijking is: N2(g) + 3H2(g)® 2NH3(g)
Massa's 28,0 u 6,0 u 34,0 u
De massaverhouding is dus 28 : 6 en dat is gelijk aan 14 : 3
3. 62 mL : 738 mL x 100 % = 8,4 %
4. Er is nodig: 2 L x 3,81 g/L = 7,62 gram carbonaationen. Hoeveel gram soda is dat?
Reactievergelijking van het oplossen van soda in water; Na2CO3(s) ® 2Na+(aq) + CO32- (aq)
Massa's: 106,0 u 46,0 u 60,0 u
In de reactievergelijking is de massa van de carbonaationen 60/106 x 100% = 56,6 % van de massa van de soda.
De 7,62 gram carbonaationen moet dus gelijk zijn aan de 56,6 % . Dan is 100 % gelijk aan 7,62 : 56,6 x 100 = 13,5 gram soda.
Of in een verhoudingstabel:
Na2CO3 |
106,0 u |
… |
13,5g |
CO32- |
60,0 u |
1 |
7,62g |
5. De reactievergelijking is: 2Mg(s) + O2(g) ® 2MgO(s)
De massa's zijn 48,6 u 32,0 u 80,6 u het oxide is 32,0/48,6 x
100% = 65,84 % meer dan het lint!
Hoeveelheden: 6,73 gram magnesiumlint + 65,84 % = 11,2 gram. Er ontstaat daarom 11,2 gram magnesiumoxide bij de verbranding van 6,73 gram magnesiumlint.
Of in een verhoudingstabel:
2Mg |
48,6 u |
1 |
6,73 g |
2MgO |
80,6 u |
… |
11,2 g |
6. Magnesiumchloride: 327 gram : 3,4 liter = 96,2 g/L
Reactievergelijking van het oplossen: MgCl2(s) ® Mg2+(aq) + 2Cl-(aq)
Massa's: 95,3 u 24,3 u 71,0 u
De massa van de magnesiumionen is dus 24,3/95,3 x 100% = 25,5 % van de magnesiumchloride.
En 25,5 % van 96,2 g/L = 24,5 g/L magnesiumionen.
Of in een verhoudingstabel:
MgCl2 |
95,3 u |
1 |
327g |
Mg2+ |
24,3 u |
|
83,4g |
83,4g/3400mL = 83,4g/3,4L = 24,5 g/L
7. Het reagens op de aanwezigheid van zuurstof is een gloeiende houtspaander; deze vlamt
dan namelijk op.
Waterstofgas kunnen we aantonen met een brandende kaars. We vangen het waterstofgas namelijk op in een reageerbuis, en brengen het bij de vlam van de brandende kaars; dan horen we een blaffend geluid